Het is maandag, de grootste ellende is voorbij. Annie brengt de kids naar school, dus ik kan rustig aan doen, mooi moment om werk weer op te pakken.

Als ik beneden probeer ik mijn scheerapparaat weer eens uit, al jaren niet meer aangeraakt…

Daarna open ik mijn computer. Een ontbijt gaat er lastig in, maar ik doe m’n best op een beschuitje met jam.
Ik zie een hoop mails staan in zowel mijn werkbox als mijn privé box. Laat ik maar eens kijken wat er allemaal spoed is. Maar dan gaat de telefoon al. Mijn eerste collega, even bijpraten na mijn avontuur, maar ook na haar vakantie.
Als we bij zijn en ophangen, voel ik de noodzaak om alles even dicht te klappen en te slapen.

En zo schommelt de hele dag eigenlijk wat heen en weer. Slap moe en een beetje misselijk. Ik kan wat mailen, wat appen en wat blogtekst schrijven, maar het meeste werk zit hem in ontspannen en toegeven aan de enorme vermoeidheid die mijn lichaam aangeeft.

Het meest spannende was vandaag eigenlijk wel of ik met mijn pillen mag beginnen of niet. Het bloedonderzoek was nog in volle gang, ze waren aan het bekijken of ik een enzym heb dat leidt tot een tekort aan DPD. Een lastig verhaal wat je hier kan lezen. Het komt er op neer dat als je dit hebt, en het komt zeer sporadisch voor, dan moet je minder veel van het medicijn hebben om te voorkomen dat je te veel last van bijwerkingen krijgt.
Ik bel in de ochtend met de Oncologisch casemanager en zij regelt alles voor mij. Het enige jammer wat zij meedeelt is dat ik uniek ben en dus ‘last heb’ van dit enzym.
Ze overlegt met de Oncoloog en legt direct de pillen voor vandaag en morgen ochtend klaar. Annie haalt ze meteen op, want ik moet ze slikken binnen 30 minuten na het eten, en ik zit al te eten. Dit moet er dus nu 2x per dag in…

Maar de motivatie is en blijft groot, met grote regelmaat krijg ik een energyboos van mijn liefjes, dat doet mij goed!

De rest van de dag weinig bijwerkingen, behoudens de pijn van de pleister van mijn pols. Verder moe, slap en een beetje misselijk. Niet om kapot van te zijn, maar wel tergend lang en slopend. Ik houd mij vast aan de verhalen dat het steeds minder erg wordt en ik na deze zwarte week via een grijze week naar een witte week ga. Als we daar zijn, dan ga ik weer naar een zwarte week. We zijn er nog niet, maar nog ‘maar’ 80 dagen en dan is het tijd om te besluiten om te gaan snijden, ik kan niet wachten!