Het is niet alleen voor de medewerkers in het ziekenhuis een routine, ook wij weten inmiddels wat te doen.

Deze keer willen ze vers bloed hebben om te zien of ik de scan wel in mag (nierfunctie wordt nagekeken). Dus twee uur voor de scan moeten we al in het ziekenhuis AvL in Amsterdam zijn. Geen probleem, telefoon en laptop kunnen prima mee.

Met de kou (door de neuropathie) en de airco in de auto is het toch wel lekker met een muts op. Past goed bij mijn ogen ;)

Wat wel lastig is, is dat ze wederom geen bloed uit mijn PICC-lijn krijgen. De prikdame doet echt haar best, ik heb gehoest, met m’n armen bewogen, gezucht, arm hoog en laag gehouden en op mijn borst geslagen… Helaas… Ze heeft er nog 4 spuiten met kracht ingespoten om te zorgen dat het uiteinde ergens bij mijn ader los ligt in plaats van vacuüm trekt. Raar genoeg doet hij dat soms. Hard iets inspuiten heeft soms zin, maar deze keer niet helaas.

Dus alsnog een naald in mijn arm. Gelukkig is ze erg goed en weet ze uit een verharde teruggetrokken ader zonder problemen voldoende bloed te halen. En ik? Ik keek er na en het doet mij niets. Dat is wel eens anders geweest.

Daarna hebben we 2 uur de tijd en vinden we lekker stoelen. Daar kunnen we werken en heerlijk liggen.
Omdat ik zo in één uur nog 1 liter water moet wegwerken (en dat is lastiger dan je denkt als ze je net volspuiten met vocht) neem ik even een uurtje rust. Lekker liggen en even helemaal niets. Moet ook eens kunnen toch?

Annie is sterk en druk, dus die ziet kans om even ongestoord hard te werken. Tja, handig als je kan werken waar je wilt. Al is dit niet een plek om te willen werken, want wie wil er nou (anders dan de artsen en verpleegkundigen) werken in het grooste kankerinstituut van Nederland?

Nou… wij… als we er toch zijn. Na een uurtje moet ik drinken en wakker blijven, dus kan ik mooi nog wat doen.

Even voor mijn tijd (15:50) ga ik naar wachtruimte 1 van radiologie. Annie kan lekker blijven zitten, want de wachtruimte is een stuk minder gezellig en lekker zitten dan hier.

Niet veel later hoor ik mij naam en word ik meegenomen door een aardige mevrouw die mij in zo’n hokje stopt.
Ach, je kan mensen in hokjes indelen, dat zie je maar.
Uitkleden is niet meer nodig. Shirt mag aanblijven, broek en schoenen ook, als er maar geen metaal in zit.
Nou doe ik liever mijn schoenen wel uit, wel zo netjes, en met je broek op je knieën mag je gewoon liggen.

Heb er bijna zin in. Dit is niet erg om te doen en duurt maar zo’n 10 minuten.

Deze keer, speciaal voor jullie, toch maar even gevraagd of ik een foto mocht maken van de CT-scanner. Toch leuk als je niet weet hoe zo’n ding er uit ziet.
Plank is om te liggen, met je handen boven en je broek op je knieën word je dan door dat gat gehaald waarin weer iets ronddraait wat dwars door je heenkijkt. Ach… te ingewikkeld. Het apparaat maakt een mooie foto van je binnenkant en daar gaat het om.

Nu afwachten op de uitslag. 16 Oktober in de middag horen we van de artsen (Oncoloog en chirurg) hoe de vlag er bij hangt. En dan dus ook of ik nog een kuur moet (of meer) of mijn tumor los ligt, kleiner is of wat dan ook en of ze gaan snijden of niet. Spannende dag, maar wie dan leeft, wie dan zorgt. Zo houd ik het vol. Ik leef in mijn hoofd, lichaam is even bijzaak, en doe wat ik moet/kan per dag. Dan denk ik niet aan kanker maar aan wat wel kan. En als alles stapjes van het programma weer zijn genomen, dan kijken we weer naar het grotere plaatje.
Geloof mij, dit helpt! Niet bezig met ziek zijn gedurende 23 weken chemo is een zegen. Kan er toch geen moer aan doen, dus dan maak ik mij pas de 16e weer druk over deze toch wel vervelende ziekte.

Maar het blijft simpel… opgeven is geen optie, zeker niet met zo’n leuk gezin. Samen kunnen we de wereld aan, dus zo’n stom knobbeltje in mijn lijf ook wel.