Ja hoor, dat heb ik weer. Een langdurig en hardnekkige ontstoken likdoorn die en wrat bleek te zijn.

Ik heb al veel meegemaakt en jullie al heel wat vreselijke dingen laten zien. Deze keer toch weer een waarschuwing voor de gevoelige mens met zwakke maag. Het is verstandig niet verder te kijken. Geloof mij maar op mijn bruine ogen… het is smerig, ranzig, vies en goor om te zien.
Gelukkig en raar tegelijk dat ik eigenlijk overdag’s bij het lopen geen pijn gehad heb.

Maar eerst bij het begin beginnen…

Het begon allemaal enkele maanden geleden. Een zwart stipje onder mijn voet.
Het zag er anders uit dan de wratjes die zus gehad heeft, dus dachten we dat het een likdoorn was.
Gelukkig is de behandeling van beide kwaaltjes ongeveer gelijk.

Na enkele maanden Formule W gebruikt te hebben begonnen papa en mama te speculeren over naar de dokter gaan.

Druk, druk, druk, je kent het wel… En voor je het weet ben je een maand verder.
Maar dat vond mijn lichaam niet zo’n goed plan en begon de druk op te voeren.

Op 10 oktober vond mijn lichaam het midden in de nacht wel welletjes. Pijn scheuten gingen door mijn voet. Ik vond het niet leuk om als enige wakker te zijn, dus heb ik met mijn stem gezorgd dat papa en mama ook wakker waren.

Toverzalf en een tover-verbandje hielpen prima.
De nacht erna werkte de zalf al iets minder en besloten papa en mama een afspraak met de dokter te maken.

In de ochtend van de 12de van oktober was het dan zo ver. De eerste blikken van de dokter op mijn toch wel pijnlijke voet.
Tja, als je dan met pijn in je voet naar de dokter moet, dan heb je heel veel aan een sterke en lieve zus.

Zelfs als we bij de dokter zijn, steunt ze mij vol.

De dokter, een vervanger, omdat onze eigen huisarts op vakantie is, geeft aan dat het om een wrat gaat en besluit hem aan te stippen met stikstof.
Nou, dat kennen we wel, dus met enige tegenzin is het zo gedaan.

Daarna gaan we naar school, niets aan de hand eigenlijk.

En zo gaan we het weekend in. Het doet in de nacht wel pijn, maar we denken dat dat bij de genezing hoort.
Maandag is het niet over en bellen papa en mama toch maar weer naar de dokter.

Dinsdag ochtend mogen we komen. Eenmaal daar blijkt dat we een arts in opleiding krijgen.
Helemaal niet erg, want het is maar een wratje met een rode rand.

Dit is wat de dokter ziet.

Hij schrikt er gelukkig niet van, maar voor de zekerheid maakt hij wat foto’s die hij in de loop van de ochtend deelt met zijn baas, onze huisarts.

Die belt in de middag mama en geeft aan dat we er een likdoornpleister op moeten plakken.
Enigszins verbaast dat ik niets krijg voor de ontsteking, gaan we gewoon naar school en pakken we de rest morgen wel op.

In de avond kijken papa en mama samen met mij naar mijn voet.
Tot mijn (en hun) grote verbazing zag het er op z’n minst anders dan verwacht.

Met een hoogte als deze, staat mijn voet haast op knappen.
Papa en mama vertrouwen het niet en bellen voor de zekerheid toch maar de huisartsenpost.
Onze eigen huisarts (en zijn vervanger) is al vrij, dus gaan wij naar dokter nummer drie.

 

Het doet zo’n pijn dat ik geen schoenen aan wil doen. Maar dat hoeft hoeft ook niet. Ik ben gezegend met zus.

We moeten even wachten, maar dan heb je ook wat…

De dokter geeft aan dat het ontstoken is en schrijft antibiotica voor.
Vol goede moed gaan we naar huis. De mededeling om morgen thuis te blijven valt in goede aard. Helaas waren we toch al vrij wegens studiedag op Casa, dus geen extra feestje, maar ‘slechts’ een gewoon feest thuis.

Maar we kunnen, hoe laat het ook al is, niet terug zonder de zalf en sap mee te nemen van de apotheek.

We krijgen ook nog het advies mee om de dag er na nog even langs onze arts te gaan.
En als we de volgende dag kijken naar het effect van de behandeling, vinden we het geen overbodige luxe om nog even langs te gaan.
Bij het maken van een afspraak wordt het de dag daarna, want haast lijkt er niet bij. De behandeling is nog gaande…
Het is er ondertussen niet frisser op geworden, maar we raken er wel al een beetje aan gewend.

  

Het is inmiddels donderdag de 18de. Dokter nummer 4, want onze huisarts werkt niet op donderdag, kijkt er naar en ziet dat de behandeling goed lijkt te werken. Ondanks dat het er niet uit ziet, zit er onder de opzwelling nieuwe gezonde huid.
Ze besluit de inmiddels twee maal leeggelopen bubbel verder door te prikken, zodat er lucht bij kan om de nieuwe huid.

Leuk is anders, maar ik doorsta het toch maar weer mooi.

We laten het even twee dagen werken, soms moet je de tijd geven aan Het resultaat zal wel functioneel zijn, want het is geen esthetische oplossing.

In de middag heb ik al een flapje die papa er vanaf knipt. Dode huid hebben we niets aan, en de nieuwe kan zo beter groeien.

De 21ste begint het toch weer wat lelijker te worden… Maar wij hebben er ook van geleerd. Mooi hoeft niet altijd goed te zijn.

De 22ste denken we dat het wellicht ‘hoe lelijker hoe beter is’, want als lelijk goed is, ben ik beter.

Om het plaatje compleet te krijgen, de 23ste blijft het maar donker rood en groot… Wanneer valt die dode huid er nou af

Toch maar een telefoontje voor een controle.
Morgen een afspraak.

De 24ste komen we dan toch nog maar een keer bij de dokter. Deze keer onze eigen huisarts.
Ondanks dat ik zelf kan lopen gaat zus toch weer mee om mij te bij te staan.

Als ik mijn sok uit doe, trek hij de wrat en het dode vel er af zonder mij pijn te doen.
En zo lijkt het toch een einde aan een smerig verhaal over een likdoorn dat een wrat bleek te zijn.

Dag wratje, ik ga je nog missen!