Au! Dat was me een dagje uit…
Mooi balen zeg.
Gaan we met Casa (school) gezellig met drie bussen naar Avifauna, breek ik m’n arm.
Heerlijk gezellig en leuk met m’n vriendinnen de hele dag naar het vogelpark Avifauna.
Ik stap de bus uit en ga met m’n vriendin, hand in hand, lekker op de parkeerplaats rennen.
En op eens… liggen we samen op de grond. AU!
Zij een zere knie, en ik pijn in m’n elleboog.
De juffen en ouders die mee zijn verzorgen me goed en nemen me mee naar de EHBO van het park.
Daar zien ze dat m’n elleboog wat dik is, maar het ziet er niet slecht uit.
Dus dan maar verder… Maar… ik word toch wat stiller en het doet stiekem best wel pijn.
De juffen en de mensen van de EHBO vertrouwen het niet en bellen mijn ouders.
Ze pakken de lijst die ze bij zich hebben en bellen de mama van Chloé. Wat ze alleen vergaten, was dat er twee Chloé’s op Casa zijn.
Toen de mama van (de andere) Chloé aankwam, vond ze dat ik niet op haar dochter leek.
Gelukkig kent zij ons ook en bellen ze dan papa op.
De mededeling dat ik gevallen ben laat ze schrikken, maar met een dikke arm en wat stilletjes, ontstaat er gelukkig geen paniek thuis.
Mama belt gelijk de huisarts, omdat ze bij de EHBO aangeven dat ze toch liever willen dat er een arts naar kijkt. Wel balen, want ik heb geen vogel gezien… Eenmaal thuis vertel ik wat er gebeurd is en hangt papa mijn arm in een mitella. Hierdoor krijg ik wat steun. Vlak na dat de moeder van (de andere) Chloé weggaat, ga ik met papa samen naar de huisarts. Dr. Pijper is er niet, maar de vervanger is een aardige mevrouw die goed naar mijn elleboog kijkt en vertelt dat ze toch wil dat we een foto maken in het ziekenhuis. Ze bespreekt wat met papa, lopen naar huis, doen een plas en stappen in de auto naar het ziekenhuis. In het ziekenhuis zijn we zo aan de beurt voor een foto. Ik moet m’n arm wel even op een vervelende manier op een plaat leggen, en dan maken ze met een grote camera een foto van de binnenkant van mijn arm. Maar… dat voel je helemaal niet, raar joh! Nadat we even moesten wachten op de gang, worden we weer naar binnen geroepen. Daar krijg ik te horen dat mijn bovenarm vlak bij mijn elleboog een breuk vertoont. Maar ze kunnen dan nog niet zeggen wat ze daar aan kunnen doen. Dat je zo’n foto niet voelt is raar, maar nog raarder is dat ik mijn eigen arm van binnen mag zien… De donkere vlekken onder de rode cirkels (ovaaltjes) geven aan dat er een breuk is. (best educatief nog he zo’n blog) We worden speciaal binnen door, via de spoedeisende hulp langs allerlei apparaten en mensen in bedden en zelfs broeders uit de ziekenauto, geleid naar een wachtruimte, waar we ongeveer 15 minuten moeten wachten. Papa regelt wat water… En na water komt… Dan worden we door een meneer gehaald die ons weer naar een gang brengt verder op. Daar moeten we nog heel even wachten voor we gehaald worden. Even later komt er een mevrouw die uitlegt wat ze gaat doen en dat ze met m’n arm gaat knutselen. Het ergste is dat ik m’n shirts uit moet… Daar zie ik wel tegen op hoor! Gelukkig valt het mee… Dan nu eerst een soort sok om m’n arm. Daarna wikkelt ze een laag watten om de sok.
Omdat de moeder van Chloé toch al helemaal naar Avifauna gereden is, brengt ze me naar huis, lief he?
Ik heb gelukkig geen pijn meer en een surprise-ei helpt goed hoor. Ik kan zelfs al weer even op Sylvain zijn fiets fietsen.
Er wordt weer gekeken naar m’n arm en geconcludeerd dat er gips omheen moet. Niet leuk, maar papa zegt dat het het beste is.
Mijn arm moet van oksel tot pols in het gips. Eerst dit gips voor een week, en dan nog ongeveer 5 weken in ander gips.
Dit gips is er alleen in blauw en rood, maar volgende week, als ik nieuw gips krijg hebben ze ook roze!
Daar overheen gaat weer een andere laag (tegen water of zo).